Afgelopen woensdag werd in de Filippijnen een nieuwe menselijke soort ontdekt. Homo luzonensis, de prehistorische neef van de moderne mens, woonde 50.000 jaar geleden op het eiland Luzon, in het noorden van de Filippijnen. Dit betekent dat destijds niet minder dan vijf soorten van het geslacht Homo de planeet deelden, waarvan alleen de onze vandaag de dag nog over is. De nieuwe mensensoort werd ontdekt door een internationaal team onder leiding van de Fransman Florent Détroit.
Op het eiland Luzon is een nieuwe menselijke soort ontdekt
Homo luzonensis is beschreven aan de hand van enkele overblijfselen die zorgvuldig werden gewonnen uit de grond van de Callao-grot tussen 2007 en 2015. Dit zijn dertien fossiele resten (tanden, fragmenten van dijbeen, vingerkootjes van de hand en van de voet), behorend ten minste drie personen, waaronder een kind. Deze archeologische vondsten brachten wetenschappers ertoe het te beschouwen als een nieuwe menselijke soort, die ze Homo luzonensis noemden. Morfologische analyse toonde aan dat de nieuwe soort beide zeer primitieve kenmerken vertoonde die leken op die van Australopithecus en andere, modern, dicht bij die van Homo sapiens.
De studie van de versteende overblijfselen, daterend van 50.000 tot 67.000 jaar geleden, onthult een uniek mozaïek van morfologische kenmerken als geen ander. Ter hoogte van de tanden hebben de premolaren van Homo luzenensis drie wortels, terwijl die van Homo sapiens over het algemeen één, soms twee hebben. Kiezen daarentegen zijn erg klein en lijken morfologisch op die van moderne mensen. De botten van de voet zijn ook verrassend: de zeer uitgesproken kromming van de proximale falanx en de hoog ontwikkelde inserties doen vooral denken aan de voeten van Australopithecines, tweevoetigen die nog in bomen klommen.
Dit is een opmerkelijke ontdekking die getuigt van de complexiteit van de evolutie van de menselijke soort, die veel wetenschappelijk debat zal oproepen.